Nog voor ik mijn ogen open doe ben ik me ervan bewust; de brok in mijn lijf, het zware gevoel.
Reden om mijn ogen nog even dicht te laten, alsof ik zo deze dag uit kan stellen.
Het gevoel het niet aan te hoeven gaan.
Maar ja, ‘ik ben een sterke vrouw, kom op, even doorbijten, eruit’.
Na een ‘somber’ ontbijt begin ik vervolgens aan een (digitaal) karwei waar ik weinig zin in heb, dat al wat langer ligt en wat ik, na het inschakelen van wat hulp, nu eindelijk af kan maken.
Denk ik. Maar niet heus.
Poging na poging mislukt. Moedeloos en gefrustreerd ga ik stug door.
Maar uiteindelijk geef ik toe; aan ‘mijn zware gevoel’, aan ‘dat het niet lukt’ en
gooi maar weer eens een hulplijntje uit. Die hulp gaat ook komen maar voor nu kan de computer even uit.
Ik loop wat op onrustig op en neer en een blik in de spiegel laat mij zien dat
mijn haar er gewoon ‘niet uit ziet’. Aah, dát zou het kunnen zijn.
Dan maar meteen de kapper gebeld want ‘met een fijn kapsel gaat het vast al beter’. Het is de eerste week van januari, bij de kapper is het rustig en na 2 uren sta ik, geknipt en gekleurd, weer buiten.
Heeft het geholpen?
Ja, voor mijn haar wel.
Maar niet voor mijn innerlijke wereld; de brok laat zich niet wegknippen en wegkleuren.
Ik besluit om een aantal kilometers te gaan lopen; loopkleding en loopschoenen aan, oortjes in. En al bij het omkleden merk ik dat de brok zich roert, in beweging komt.
En wat is dat soms een opgave voor me; het voelen er te laten zijn.
Wat heb ik toch elke keer weer legio escapes, telkens weer, om daar niet aan te hoeven.
Maar nu, al vóór dat de eerste kilometer in mijn benen zit, komen de tranen;
vermoeidheid, onmacht, frustratie. Het ‘alles eerst zelf moeten uitvogelen’,
‘de zelfstandigheid’ ‘het alleen zijn en soms zo eenzaam voelen‘, ‘de hulp vragen’ (die er overigens ook elke keer zonder problemen komt…).
Maar ooh, wat mis ik de situaties waarin ik niets hoef te zeggen;
als de ander naar me kijkt, mij ziet en zijn armen opent en zegt
‘Kom, rust wat….ik wieg je’.
En bij die gedachte voel ik het gemis en de pijn van het gemis.
En is er een groot verdriet met veel tranen.
Op datzelfde moment hoor ik een liedje in mijn oren; ‘I’ll be there’.
En dat wéét ik, vóél ik, mijn lief.
Weliswaar vanuit een andere dimensie maar ‘He’ll be there’.
En in die wetenschap, het lopen, de melodie en tekst, rust ik uit
en laat ik me wiegen.
En ervaar ik weer hoe helend het is om alles in te sluiten en te laten zijn.
Telkens weer.
Welke escapes heb jij?
Waar rust jij uit? Bij wie, of waar, of welke activiteit, muziek of plaats?
I’ll be there (van Michael Jackson)
You and I must make a pact
We must bring salvation back
Where there is love, I’ll be there (I’ll be there)
I’ll reach out my hand to you
I’ll have faith in all you do
Just call my name and I’ll be there (I’ll be there)
I’ll be there to comfort you
Build my world of dreams around you
I’m so glad that I found you
I’ll be there with a love that’s strong
I’ll be your strength
I’ll keep holdin’ on (holdin’ on)
Yes I will, yes I will
Let me fill your heart with joy and laughter
Togetherness, girl, is all I’m after
Whenever you need me, I’ll be there (I’ll be there)
I’ll be there to protect you (yeah baby)
With unselfish love that respects you
Just call my name, I’ll be there (I’ll be there)