(…)ja maar JIJ, JIJ kunt dat en doet dat zomaar even. Als ik zie en hoor hoe JIJ je beweegt en praat mét en ín en vóór de groep, pff nou nou, dat kan ik niet hoor. En als ik hoor hoe jij in gesprek bent met de ander, de woorden die je gebruikt, de vragen die je stelt (…), wat jij ‘uit’ een ander weet te halen, sooh hej…..’.
Ik vind het elke keer bijzonder om te ervaren dat de ander denkt dat ik, toen ik op de wereld ben gekomen, bovenstaande kwaliteiten alleen maar voor het uitpakken had. Dat ik zonder angst, spanningen, frustratie, confrontatie, ‘het niet goed doen’ en ‘ik zal het nooit leren’ dát doe wat ik nu doe.
Ik neem ze dan kort mee in mijn proces van willen…, leren…., spanning…, vallen….de pijn en de pleister….en élke keer weer opnieuw de stap zetten, de nóóit-aanwezige-vanzelfsprekendheid en het áltijd-aanwezige-verlangen om het het beste uit mezelf en ook uit de ander de halen.
Het áltijd-aanwezige-weten dat we meer kunnen dan we zelf denken.
Het altijd-aanwezige-weten ‘dat wat een ander kan, kan ik ook (leren)’.
Mooie mensen